Stacks Image 361

GEBOUWEN – RUIMTELIJKE KADERS

WAT DOET STEENHUISMEURS?


Vooral overheden hebben te maken met de noodzaak om de cultuurhistorische waarde van gebouwen juridisch te verankeren. Is aanscherping van het beschermingsregime nodig en zo ja, hoe? Wij adviseren over aanwijzing van gemeentelijke monumenten en leveren de bijbehorende redengevende omschrijvingen. Vanuit de Omgevingswet die in 2021 in werking treedt, zijn gemeenten bovendien verplicht om niet alleen de cultuurhistorische waarde te inventariseren, maar ook om aan te geven welke plek gebouwen in het omgevingsplan hebben. Wij geven aan welke waarden in ruimtelijke plannen kunnen worden opgenomen en welke planregels daarbij horen. Voor de verkoop van maatschappelijk vastgoed hebben wij het product ‘bijsluiter’ ontwikkeld. Naast de economische waarde zijn daarin ook de cultuurhistorische waarde en de betekenis voor de buurt vastgelegd. Door middel van een kettingbeding of kwalitatieve bepaling bij verkoop krijgt de bijsluiter juridische houdbaarheid.


CASUS 1

VAN NELLEFABRIEK EN OMGEVING, ROTTERDAM



Transformatiekader bufferzone werelderfgoed
In opdracht van de gemeente Rotterdam (2022)

De Van Nellefabriek in Rotterdam is een werelderfgoed van Unesco. Niet alleen het complex, maar ook de omgeving van het monument worden stikt gemonitord. Binnen een speciaal ingestelde ‘bufferzone’ moeten alle ontwikkelingen ondergeschikt blijven aan het belang van het werelderfgoed. Dat betekent bijvoorbeeld dat de zichtlijnen op de fabriek niet mogen worden verstoord en dat grootschalige nieuwe ontwikkelingen in de omgeving van de fabriek uit den boze zijn. Het huidige bestemmingsplan is puur conserverend, wat betekent dat ontwikkelingen buiten de bestaande bouwvolumes onmogelijk zijn. De transformatiedruk is echter groot. Er zijn plannen voor een treinstation en bij de herontwikkeling van industrieterrein Spaanse Polder is er behoefte aan nieuwbouw en een deels andere opzet van het gebied. Die ontwikkelingen kunnen een wenselijke dynamiek in de omgeving brengen en hoeven het werelderfgoed niet te schaden. SteenhuisMeurs is gevraagd om vanuit de waarden van het werelderfgoed de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen binnen de bufferzone te onderzoeken. De resultaten vormen een onderlegger en inhoudelijke onderbouwing voor nieuwe stedenbouwkundige plannen.


Van Nellefabriek en omgeving, Rotterdam

CASUS 2

DEN HAAG, SEYSS-INQUART BUNKER



Nota van uitgangspunten
in opdracht van: Rijksvastgoedbedrijf (2018)


Op de grens van Den Haag en Wassenaar, staat de als boerderij vermomde bunker van voormalig Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, de hoogste gezagvoerder in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Het is een historisch gelaagde en beladen plek. De bunker ligt op de historische buitenplaats Clingendael, de hoofdresidentie van Seyss-Inquart tijdens de bezetting, die de bunker in 1942-1943 liet bouwen als veilig onderkomen en commandocentrum. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog behield het ensemble zijn militaire functie. Van 1948 tot 2010 functioneerde de kazerne als het hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht en werd daarmee het zenuwcentrum van de Koude Oorlog in Nederland. Na de val van de Berlijnse Muur verloor de kazerne haar functie. Voor de rijksmonumentale bunker speelt een niet-alledaagse herbestemmingsopgave. Het hermetisch afgesloten gebouw, met metersdikke betonnen wanden is door het Rijksvastgoedbedrijf op de markt gebracht. Uitdaging is om niet alleen een exploitabele herontwikkeling mogelijk te maken, maar ook om recht te doen aan de historisch gelaagde plek en de immateriële betekenis als ‘Täter-Ort’ en herinneringsplek van de moderne militaire geschiedenis. De verkoop van de bunker gaat dan ook gepaard met een nota van uitgangspunten. SteenhuisMeurs vertaalde de bevindingen van het cultuurhistorisch onderzoek in kernwaarden die juridisch in de nota van uitgangspunten zijn verankerd.

Seyss-Inquart bunker, Den Haag




GEBOUWEN – RUIMTELIJKE KADERS

WAT DOET STEENHUISMEURS?


Vooral overheden hebben te maken met de noodzaak om de cultuurhistorische waarde van gebouwen juridisch te verankeren. Is aanscherping van het beschermingsregime nodig en zo ja, hoe? Wij adviseren over aanwijzing van gemeentelijke monumenten en leveren de bijbehorende redengevende omschrijvingen. Vanuit de Omgevingswet die in 2021 in werking treedt, zijn gemeenten bovendien verplicht om niet alleen de cultuurhistorische waarde te inventariseren, maar ook om aan te geven welke plek gebouwen in het omgevingsplan hebben. Wij geven aan welke waarden in ruimtelijke plannen kunnen worden opgenomen en welke planregels daarbij horen. Voor de verkoop van maatschappelijk vastgoed hebben wij het product ‘bijsluiter’ ontwikkeld. Naast de economische waarde zijn daarin ook de cultuurhistorische waarde en de betekenis voor de buurt vastgelegd. Door middel van een kettingbeding of kwalitatieve bepaling bij verkoop krijgt de bijsluiter juridische houdbaarheid.



CASUS 1

VAN NELLEFABRIEK EN OMGEVING, ROTTERDAM



Transformatiekader bufferzone werelderfgoed
In opdracht van de gemeente Rotterdam (2022)

De Van Nellefabriek in Rotterdam is een werelderfgoed van Unesco. Niet alleen het complex, maar ook de omgeving van het monument worden stikt gemonitord. Binnen een speciaal ingestelde ‘bufferzone’ moeten alle ontwikkelingen ondergeschikt blijven aan het belang van het werelderfgoed. Dat betekent bijvoorbeeld dat de zichtlijnen op de fabriek niet mogen worden verstoord en dat grootschalige nieuwe ontwikkelingen in de omgeving van de fabriek uit den boze zijn. Het huidige bestemmingsplan is puur conserverend, wat betekent dat ontwikkelingen buiten de bestaande bouwvolumes onmogelijk zijn. De transformatiedruk is echter groot. Er zijn plannen voor een treinstation en bij de herontwikkeling van industrieterrein Spaanse Polder is er behoefte aan nieuwbouw en een deels andere opzet van het gebied. Die ontwikkelingen kunnen een wenselijke dynamiek in de omgeving brengen en hoeven het werelderfgoed niet te schaden. SteenhuisMeurs is gevraagd om vanuit de waarden van het werelderfgoed de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen binnen de bufferzone te onderzoeken. De resultaten vormen een onderlegger en inhoudelijke onderbouwing voor nieuwe stedenbouwkundige plannen.


Van Nellefabriek en omgeving, Rotterdam


CASUS 2

DEN HAAG, SEYSS-INQUART BUNKER



Nota van uitgangspunten
in opdracht van: Rijksvastgoedbedrijf (2018)


Op de grens van Den Haag en Wassenaar, staat de als boerderij vermomde bunker van voormalig Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, de hoogste gezagvoerder in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Het is een historisch gelaagde en beladen plek. De bunker ligt op de historische buitenplaats Clingendael, de hoofdresidentie van Seyss-Inquart tijdens de bezetting, die de bunker in 1942-1943 liet bouwen als veilig onderkomen en commandocentrum. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog behield het ensemble zijn militaire functie. Van 1948 tot 2010 functioneerde de kazerne als het hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht en werd daarmee het zenuwcentrum van de Koude Oorlog in Nederland. Na de val van de Berlijnse Muur verloor de kazerne haar functie. Voor de rijksmonumentale bunker speelt een niet-alledaagse herbestemmingsopgave. Het hermetisch afgesloten gebouw, met metersdikke betonnen wanden is door het Rijksvastgoedbedrijf op de markt gebracht. Uitdaging is om niet alleen een exploitabele herontwikkeling mogelijk te maken, maar ook om recht te doen aan de historisch gelaagde plek en de immateriële betekenis als ‘Täter-Ort’ en herinneringsplek van de moderne militaire geschiedenis. De verkoop van de bunker gaat dan ook gepaard met een nota van uitgangspunten. SteenhuisMeurs vertaalde de bevindingen van het cultuurhistorisch onderzoek in kernwaarden die juridisch in de nota van uitgangspunten zijn verankerd.

Seyss-Inquart bunker, Den Haag




STEENHUISMEURS BV 050 30 80 100




STEENHUISMEURS BV 050 30 80 100